Rechter speelt in op coronacrisis en beveelt schikking
De Amerikaanse bedrijven Rockwell en Radwell voeren al sinds 2015 een strijd over het, volgens Rockwell, misleidende gebruik van de merknamen van Rockwell door Radwell. De rechter in New Jersey heeft nu bevolen dat beide partijen hun geschil in der minne moeten schikken omdat de financiële middelen die met deze kwestie gepaard gaan in de huidige omstandigheden beter ingezet kunnen worden. Theo Visser geeft een toelichting.
Rockwell
Rockwell Automation Inc. uit Milwaukee omschrijft zichzelf als 's werelds grootste bedrijf op het gebied van industriële automatisering. Het verkoopt een scala aan producten, waaronder programmeerbare controllers, sensoren, interfaces, voedingen en veiligheidscontroleapparaten. Daarbij biedt Rockwell een garantie op alle producten die rechtstreeks bij Rockwell of bij een erkende distributeur zijn gekocht. Het bedrijf weigert het om garanties te honoreren op producten die zijn verkregen van niet door haar erkende distributeurs. Rockwell heeft twaalf geregistreerde merken.
Radwell
Radwell International Inc. uit New Jersey is een distributeur van industriële onderdelen die een verscheidenheid aan automatiseringsproducten laat vervaardigen door andere bedrijven en die verkoopt als Rockwell automatiseringsproducten. Radwell is geen erkende distributeur van Rockwell. Radwell zou artikelen verkopen die wel de merken van Rockwell dragen, maar geen echte Rockwell producten zijn, in die zin dat ze niet dezelfde kwaliteitscontrole hebben ondergaan en ook niet de Rockwell fabrieksgarantie hebben.
Rechtszaak
Rockwell startte een rechtszaak op grond van merkinbreuk. Dat probeerde zij aan te tonen met vele voorbeelden. Radwell ontkende dit uiteraard. De kwestie loopt zoals gezegd al jaren. De rechter heeft onlangs bevolen dat het afgelopen moet zijn en dat partijen de zaak moeten schikken. Een moedig besluit in deze zware periode, waarin wereldwijd de gevolgen van het coronavirus worden ervaren en er nog geen einde in zicht is.