Merkregistratie van kunstwerken: obstakels opsporen en overwinnen
Heb je er ooit aan gedacht een bekend schilderij als merk te registreren? Registratie als merk van werken die tot het cultureel werelderfgoed behoren is een gewilde strategie bij ondernemingen die hun producten (beter) willen onderscheiden en er reclame voor willen maken bij het publiek. De registratie van het schilderij "Melkmeisje" van Johannes Vermeer door Nestlé als merk is misschien wel een van de meest succesvolle marketingstrategieën waarbij bekende kunstvoorwerpen als merk gebruikt worden. In hoeverre houdt deze strategie stand en welke risico's zijn er aan verbonden? We vertellen er graag meer over in dit artikel.
De registratie van een bekend kunstvoorwerp (zoals een schilderij of een beeldhouwwerk) als merk wordt door de EU-wetgeving niet uitdrukkelijk verboden, zolang dit voorwerp zich in het publieke domein bevindt. Met andere woorden, om een artistiek werk vrij te kunnen (her)gebruiken als merk, moet het auteursrecht op het werk al verlopen zijn. In Europa is de duur van het auteursrecht over het algemeen 70 jaar na de dood van de auteur. Daarna is iedereen in principe vrij (om afbeeldingen van deze) kunstwerken voor allerlei doeleinden te (her)gebruiken, ook als element van een merk.
Obstakels bij het registeren van kunst als merk
Ondernemingen die een bekend kunstwerk als hun merk willen laten registreren moeten op hun hoede zijn voor twee belangrijke obstakels. Om te beginnen kan het merkenbureau oordelen dat het werk geen onderscheidend vermogen heeft en de registratie als merk weigeren. Het gebrek aan onderscheidend vermogen van een merk betekent in wezen dat het merk niet in staat is om de herkomst van de geadverteerde waren en diensten aan te geven hetgeen een van de belangrijkste redenen is om een merkaanvraag op formele gronden te weigeren (art. 7 Uniemerkenverordening). Merkaanvragen met als bestanddeel wereldwijd bekende kunstvoorwerpen kunnen worden geweigerd omdat ze bij het publiek bekend zijn en aldus als decoratief element worden opgevat en niet als herkomstaanduiding worden gepercipieerd.
De merkinstanties in de EU hebben in een aantal gevallen geweigerd merken te registreren die bekende kunstvoorwerpen bevatten, omdat ze geen onderscheidend vermogen hebben. Een bekend voorbeeld is de Mona Lisa zaak. In die zaak oordeelde de Duitse Bundespatentgericht dat het merk met de Mona Lisa geen onderscheidend vermogen bezat omdat het portret ook door andere partijen meermalen in reclame is gebruikt. Consumenten zouden het portret daarom niet associëren met een bepaalde onderneming.
Een gelijkaardige zaak draaide rond het schilderij Nachtwacht van Rembrandt, waarin het Gerechtshof Den Haag ook oordeelde dat het dit merk aan onderscheidend vermogen ontbrak en daarom niet als merk kon worden geregistreerd.
Een andere obstakel om een bekend kunstvoorwerp als merk te registreren is dat het merk in strijd wordt geacht met de openbare orde en de goede zeden. In de regel wordt een merk niet geregistreerd als het strijdig is met de openbare orde en de goede zeden omdat het merk als zodanig door het publiek als aanstootgevend kan worden ervaren. Een merkautoriteit kan echter ook tot de conclusie komen dat de registratie van het merk in strijd is met de openbare orde en de goede zeden, zelfs als het merk als zodanig door het publiek niet als aanstootgevend wordt ervaren. In een veelbesproken zaak rond de werken van de Noorse beeldhouwer Gustav Vigeland oordeelde het Hof van de Europese Vrijhandelsassociatie bijvoorbeeld dat bepaalde kunstwerken een "bijzondere status genieten als prominente onderdelen van het culturele erfgoed van een natie, als embleem van de soevereiniteit of van de grondslagen en waarden van de natie". De registratie van deze kunstwerken zou door het betrokken publiek als aanstootgevend en in strijd met de aanvaarde beginselen van de moraal kunnen worden opgevat.
Obstakels overwinnen om kunst te registeren als merk
Ondanks de hiervoor genoemde complicaties kan de registratie als merk van een kunstwerk toch succesvol zijn. Het is bekend dat nationale en EU-merkinstanties kunnen verschillen in de manier waarop ze de bepalingen van het EU-merkenrecht interpreteren en toepassen. Dit kan leiden tot verschillende - en soms tegengestelde – uitkomsten bij merkaanvragen. De registratie van een merk voor het schilderij Nachtwacht van Rembrandt is een goed voorbeeld. Terwijl de Nederlandse rechter de aanvraag afwees wegens gebrek aan onderscheidend vermogen van het merk, vond het EU merkenbureau EUIPO het wel onderscheidend en besliste in het voordeel van de aanvrager.
Ook is er kans op succesvolle registratie indien de aanvrager van het merk zich kan beroepen op de inburgering van het merk. Inburgering van het merk betekent dat de consument het werk in kwestie als een merk is gaan opvatten, omdat het merk langdurig en of intensief in de praktijk wordt gebruikt. Als de merkaanvraag op basis van een bekend kunstvoorwerp door de merkenautoriteit is afgewezen omdat het inherent onderscheidend vermogen mist, kan de onderneming daarom proberen te bewijzen dat een dergelijk onderscheidend vermogen in de praktijk is verkregen.
Bij de afwijzing van de merkaanvraag op grond van schending van de openbare orde en de goede zeden ligt het lastiger. Tegen dergelijke weigeringen kan geen beroep worden gedaan op de inburgering van het merk en ze zijn daarom moeilijker te weerleggen. Vooralsnog zijn rechtbanken en merkinstanties vrij terughoudend om zich op deze grond te beroepen. Er zijn maar een paar gevallen geweest (waarvan de Vigeland zaak er een is) waarin een instantie de registratie werkelijk weigerde op grond van de openbare orde en goede zeden.
Weg vooruit om kunst te registeren als merk
De registratie van een merk met betrekking tot een bekend kunstvoorwerp, of het nu een schilderij of een beeldhouwwerk is, is zeker niet zonder obstakels. Toch zijn er mogelijkheden om producten of diensten te identificeren met een voorwerp dat tot het cultureel erfgoed behoort. Je dient je bewust te zijn van de obstakels en een strategie ontwerpen om ze te vermijden of te weerleggen, maar de obstakels maken het niet per definitie onmogelijk om het werk als merk te registreren.
Ben je benieuwd wat wij kunnen betekenen op het gebied van merknaam registratie? Neem dan contact op met een van onze specialisten.
Volha Parfenchyk is Novagraaf's Kennismanager. Zij werkt op ons kantoor te Amsterdam.