COVIDIOT en de beperking van het recht op vrijheid van meningsuiting
Artikel 7 lid 1 sub f EUTMR bepaalt dat de registratie van een merk wordt geweigerd als het merk in strijd is met de openbare orde of goede zeden. De algemene beginselen voor het beoordelen van de vraag of een merk in strijd is met de openbare orde of goede zeden zijn recent nader uitgewerkt door het Europese Merkenbureau (EUIPO) in samenwerking met de nationale IE-bureaus van de verschillende lidstaten en vervolgens vastgelegd in de richtlijnen van Common Practice, ‘CP14’ genaamd.
Deze regels moeten meer houvast geven bij de beoordeling of een teken in strijd is met de openbare orde en/of goede zeden en daarom geen merk kan zijn. Dit onderwerp kwam ook aan de orde in een eerder artikel over de vraag of de naam Pablo Escobar geregistreerd kon worden als EU merk. De recente COVIDIOT zaak geeft hier ook weer verder inzicht in.
De zaak gaat over de vraag of het woord "Covidiot" als merk kan worden geregistreerd. Deze term is een woordspeling van de woorden "Covid" en "idiot" De vraag is of dit woord voldoende onderscheidend vermogen heeft om als merk te kunnen dienen. De principes uit eerdere besluiten, zoals die over "BREXIT", zijn in deze zaak van toepassing.
De Aanvraag van Matthias Zirnsack
Spelontwikkelaar Matthias Zirnsack heeft een aanvraag ingediend om een beeldmerk als Uniemerk te registreren voor: “metalen klemmen, spelsoftware, mobiele applicaties, bordspellen en speelgoed”. De aanvraag werd geweigerd op grond van artikel 7, lid 1, onder f), UMV, omdat het merk in strijd zou zijn met de goede zeden, met name door het gebruik van de term "Covidiot".
Modewoord en Tijdelijk Fenomeen
De woordspeling bevat het woord ‘Covid’, waardoor te denken valt aan de infectieziekte COVID-19 die uitgroeide tot de coronacrisis. Deze pandemie heeft invloed gehad op veel mensen. Hierdoor wordt het woord “Covidiot” door consumenten vooral herkend als een term die verwijst naar een historisch, sociaal en politiek fenomeen, en niet als een verwijzing naar een bedrijf.
"Covidiot" wordt gezien als een modewoord dat een tijdelijk fenomeen beschrijft, vergelijkbaar met "Brexit" of "WK 2006 Duitsland". Hoewel een tijdelijk fenomeen soms als commerciële herkomst kan worden gezien, is dat hier niet het geval.
Beoordeling door de Kamer van Beroep
Tegen de weigering werd bezwaar gemaakt en de rapporteur namens de kamer van beroep heeft aangegeven dat de aanvraag naar zijn mening elk onderscheidend vermogen mist volgens artikel 7 VGM. Dit komt doordat "Covidiot" wordt gezien als een term zonder commerciële herkomst, maar eerder als een beschrijvende term die verwijst naar een algemeen bekend fenomeen.
De grote kamer van beroep van EUIPO bevestigde de beslissing van de Eerste Kamer van beroep om het betwiste beeldteken te weigeren als strijdig met de aanvaarde morele beginselen overeenkomstig artikel 7(1)(f) VGM, en bevestigde daarmee dat het recht op vrijheid van meningsuiting niet absoluut is en moet worden afgewogen tegen andere beginselen, zoals de aanvaarde beginselen van moraliteit en openbare orde.
De term "Covidiot" kan niet als merk worden geregistreerd, omdat het door relevante consumenten wordt herkend als een term die verwijst naar een historisch, sociaal en politiek fenomeen. COVIDIOT wordt niet gezien als een verwijzing naar een bedrijf en mist daardoor het vereiste onderscheidend vermogen.
Meer weten over onderscheidend vermogen of merkenrecht? Spreek met uw Novagraaf consultant of neem hieronder contact met ons op. Abonneer nu op onze nieuwsbrief om op de hoogte te blijven van recente ontwikkelingen.
Dit artikel is geschreven door Anouk Esveld, zij is werkzaam op de afdeling Knowledge Management op ons kantoor in Amsterdam.