Merkhouders opgelet: aansprakelijkheid voor gebrekkige producten
Moet de merkhouder aansprakelijk worden gesteld voor een gebrek aan een product, zelfs als hij de goederen niet heeft geproduceerd? Dat was de vraag die centraal stond in een recente uitspraak van het Hof van Justitie van de Europese Unie. Noa Rubingh onderzoekt de uitspraak en de gevolgen ervan voor merkhouders.
Stel: In uw huis breekt brand uit en uit het onderzoeksrapport blijkt dat uw recent gekochte koffiezetapparaat de oorzaak van de brand was. Het koffiezetapparaat is geproduceerd door Saeco Group SpA en op zowel het koffiezetapparaat als op de verpakking staan de logo’s van Phillips en Saeco (dochteronderneming van Philips). U krijgt uw schade vergoed via uw verzekering en uw verzekering dient vervolgens een claim in bij Koninklijke Philips N.V. Koninklijke Philips stelt dat deze claim ongegrond is, producenten zijn namelijk aansprakelijk voor gebrekkige producten en Philips stelt dat zij de producten niet heeft geproduceerd maar slechts haar merken in het kader van een licentieovereenkomst op het product heeft laten aanbrengen. Hoe zit dit?
Op 7 juli j.l. oordeelde het Hof van Justitie van de Europese Unie (hierna: HvJ EU), de hoogste Europese rechter, over deze kwestie. Zij oordeelde dat aansprakelijkheid voor gebrekkige producten niet voorbehouden is aan de daadwerkelijke producent van het product. De persoon wiens naam, merk of ander onderscheidend onderdeel op het product heeft geplaatst, is volgens het Hvj EU net zo goed aansprakelijk.
De term ‘producent’ volgens begrippen van de Richtlijn 85/374
Voor deze zaak is de richtlijn 85/374 inzake de aansprakelijkheid voor producten met gebreken relevant. Volgens artikel 1 van deze richtlijn is de producent aansprakelijk voor de schade, veroorzaakt door een gebrek in zijn product. Verder, in artikel 3, lid 1, van de richtlijn wordt de definitie van een ‘producent’ gegeven. Volgens dit artikel is "de producent de fabrikant van een afgewerkt product, de producent van een grondstof of de fabrikant van een onderdeel, de fabrikant van een eindproduct, de producent van een grondstof of de fabrikant van een onderdeel, alsmede eenieder die zich als producent aandient door zijn naam, zijn merk of een ander onderscheidingsteken op het product aan te brengen".
De zaak werd in eerste instantie door de Finse rechtbank behandeld. Onzeker over de uitleg van artikel 3, lid 1, verwees de rechtbank de zaak naar het HvJ-EU. Zij vroeg het HvJ EU om te verduidelijken of het aanbrengen (of de machtiging ervan) van de naam, het merk of een ander onderscheidend kenmerk van een onderneming op het product een voldoende criterium was om deze onderneming als producent van het product te beschouwen. In het bijzonder, in het geval de onderneming die zijn merk op het product heeft aangebracht, het product niet heeft vervaardigd, kan de eigenaar van het merk dan nog aansprakelijk worden gesteld?
Context doet er toe: de beoordeling van het Hof
Volgens vaste rechtspraak moet bij de uitleg van een Unierecht-bepaling niet alleen rekening worden gehouden met de letterlijke bewoordingen ervan, maar ook met de context waarin zij voorkomt en met de doelstellingen die worden nagestreefd door de regeling waarvan zij deel uitmaakt In dit geval moet er dus zowel specifiek naar artikel 3, lid 1, gekeken worden als naar de richtlijn in zijn geheel.
Zo bepaald artikel 3, lid 1, van de richtlijn bijvoorbeeld dat onder "producent" wordt verstaan: de fabrikant van een eindproduct, de producent van een grondstof of de fabrikant van een onderdeel, alsmede eenieder die zich als producent aandient door zijn naam, zijn merk of een ander onderscheidingsteken op het product aan te brengen.
Volgens het HvJ bevat het tweede deel van het alternatief in de definitie van de producent (“iedereen die zich als producent aandient”) geen aanvullende criteria. Het is daarom niet noodzakelijk dat degene die zich als producent aandient, daadwerkelijk betrokken is bij de vervaardiging van het product, om aangemerkt te kunnen worden als ‘producent’ in de zin van deze bepaling
Het HvJ oordeelde verder dat het van belang was om naar de rest van de Richtlijn te kijken om de juiste interpretatie te geven aan de definitie van de ‘producent’. Voor het Hof was het duidelijk uit andere bepalingen van de richtlijn dat de EU-wetgever het begrip 'producent' ruim wilde interpreteren om de consument te beschermen.
Samenvattend, artikel 3, lid 1, van de richtlijn lijkt tot doel te hebben om de last van de consument, om de werkelijke producent van het betrokken product met gebreken vast te stellen, te verlichten. Degene die zich als producent presenteert, door zijn naam, merk of ander onderscheidend kenmerk op het betrokken product aan te brengen, wekt dan ook de indruk dat hij bij het productieproces betrokken is of daarvoor de verantwoordelijkheid op zich neemt. Door dergelijke aanduidingen te gebruiken, maakt deze persoon gebruik van zijn reputatie om dat product aantrekkelijker te maken in de ogen van de consument, wat op zijn beurt rechtvaardigt dat hij of zij voor dat gebruik aansprakelijk wordt gesteld.
Productaansprakelijkheid voor de merkhouder
Het HvJ heeft geconcludeerd dat niet kan worden vereist dat degene die zijn naam, merk of ander onderscheidend kenmerk op het product heeft aangebracht, of die toestemming heeft gegeven om deze vermeldingen op het product aan te brengen, aan aanvullende vereisten moet voldoen om als "producent" in de zin van artikel 3, lid 1, van de richtlijn te worden beschouwd. Met andere woorden, de merkhouder die het product niet daadwerkelijk heeft vervaardigd, maar wiens merk op het product is aangebracht, kan in gelijke mate aansprakelijk worden gesteld voor het gebrek in het product. Hiermee is Philips aansprakelijk voor de schade, als gevolg van het gebrekkige koffiezetapparaat – ook zonder dat zij het product daadwerkelijk heeft geproduceerd.
Een verdeling van aansprakelijkheid tussen Koninklijke Philips en Saeco International Group heeft verder ook geen gevolgen voor de consument, die moet met name worden ontlast van de taak om de werkelijke producent te achterhalen om zo schadeclaims te kunnen indienen. De consument kan dus beide partijen aanspreken voor het geheel.
Indien u uw merk licentiëert is het zaak om rekening te houden met het feit dat u als merkhouder aansprakelijk kunt zijn voor schade die ontstaat door een gebrek in het product waarop uw merk is aangebracht. Onze consultants kunnen u adviseren bij het opstellen van een gedegen licentiecontract.
Dit artikel is geschreven door Noa Rubingh, zij werkt bij de afdeling Knowledge Management. Zij werkt op ons kantoor te Amsterdam.