Lering trekken uit geweigerde merkaanvraag Eggy Food
Eggy Food uit Neuenkirchen in Duitsland wil een gecombineerd woord-/beeldmerk registreren in de Europese Unie. De inschrijving van het merk wordt echter door het Europese merkenbureau geweigerd omdat het woordelement beschrijvend is en het beeldelement niet onderscheidend. Theo Visser houdt de aanvraag en uitspraak - waarbij ook de classificatie een rol speelt - tegen het licht.
In september 2018 heeft OVOBEST Eiprodukte GmbH & Co. KG, de rechtsvoorganger van Eggy Food GmbH & Co. KG, een Uniemerkaanvraag ingediend voor het woord-/beeldmerk Eggy Food in klasse 5 (eiwitvoedingssupplementen), klasse 29 (eiwit voor voedseldoeleinden, eieren, eigeel, eieren voor de bereiding en de productie van roerei en omeletten, desserts op basis van eieren), klasse 30 (brood, banketbakkers producten en zoetwaren, ijs) en klasse 32 (niet-alcoholische dranken, met name energie dranken en eiwithoudende dranken). Het merk wordt door het Europese merkenbureau (EUIPO) geweigerd.
Eggy Food gaat hiertegen in beroep.
Beroep EUIPO
Volgens Eggy Food suggereert het woordbestanddeel EGGY niet dat het beeldbestanddeel van het merk moet worden gezien als de vorm van een ei; het beeldbestanddeel kan volgens haar net zo goed worden gezien als de vorm van een haak, krul of de hoofdletter C.
Daarnaast meent Eggy Food dat het woordbestanddeel niet louter beschrijvend is omdat het verschillende betekenissen kan hebben, het getuigt volgens het bedrijf zelfs van een creatieve vondst. Zij stelt dat juist de combinatie van woord en beeld het aangevraagde merk onderscheidend vermogen geeft.
Verder stelt zij dat er een aantal oudere merkinschrijvingen zijn die een duidelijk verband met het aangevraagde merk vertonen omdat de beeldelementen ervan minstens even suggestief zijn voor de voorstelling van een ei als het beeldelement van het merk, mede omdat het woordelement kan worden opgevat als een versterking van die indruk en omdat zij betrekking hebben op dezelfde producten.
De Kamer van Beroep van het EUIPO is van mening dat het merk Eggy Food geen onderscheidend vermogen heeft omdat het verwijst naar een kenmerk van de betrokken producten en daarom niet kan dienen als herkomstaanduiding, de basis van het merkenrecht. De Kamer heeft geoordeeld dat, gelet op de betrokken producten, het relevante publiek bestaat uit gemiddelde consumenten met een beneden gemiddeld tot gemiddeld aandacht niveau voor de producten van de klassen 29, 30 en 32 en een bovengemiddeld aandacht niveau voor de producten van klasse 5, en dat bij het onderzoek van het aangevraagde merk moet worden verwezen naar het Engelssprekende deel van het relevante publiek. De verwijzing naar andere bestaande Uniemerkregistraties gaat niet op omdat iedere zaak op zijn eigen merites wordt beoordeeld. Het beroep wordt afgewezen.
Beroep Gerecht EU
Eggy Food gaat vervolgens in beroep bij het Gerecht van de Europese Unie.
Het Gerecht merkt als eerste op dat merken die uitsluitend bestaan uit tekens of aanduidingen die in de handel kunnen dienen tot aanduiding van soort, kwaliteit, hoeveelheid, bestemming, waarde, plaats van herkomst of het tijdstip van vervaardiging van de producten of verrichting van de dienst, of andere kenmerken van de producten of diensten, niet ingeschreven worden.
Ten aanzien van merken die zijn samengesteld uit verschillende woord- en beeldelementen, stelt het Gerecht dat niet alleen de verschillende elementen waaruit het merk is samengesteld moeten worden onderzocht, maar ook de globale perceptie van het relevante publiek.
In casu stelt het Gerecht dat een aanzienlijk deel van het relevante publiek het beeldelement van het aangevraagde merk en de betrokken producten zal opvatten als een voorstelling van of een verwijzing naar een ei. De door Eggy Food aangevoerde uitleg van dit bestanddeel als een haak, een krul of de hoofdletter C, heeft daarentegen geen enkele betekenis die verband houdt met de betrokken producten. Het beeldelement wordt door het Gerecht niet onderscheidend gevonden.
Het woordelement wordt als beschrijvend beoordeeld voor de producten waarvoor het merk is aangevraagd. Daarom komt het Gerecht tot de conclusie dat de weigering van het merk terecht is en wordt het beroep afgewezen.
Conclusie
De conclusie van de uitspraak is dat het verstandig is om bij het aanvragen van een gecombineerd woord-/beeldmerk op voorhand advies in te winnen over de registreerbaarheid van het merk op formele gronden, om daarmee de kans op weigering van de aanvraag te voorkomen. Onze adviseurs kunnen u hierin begeleiden.
Wil je jouw merknaam laten registreren of wil je meer informatie over merkregistratie in het algemeen? Neem dan contact op met een van onze specialisten.