Het gouden haasje van Lindt

Het Zwitserse chocoladebedrijf Lindt & Sprüngli heeft voor het Duitse Bundesgerichtshof (BGH) in Karlsruhe de strijd om het gouden haasje tegen concurrent Heilemann gewonnen. Het BGH oordeelde dat het gouden haasje een merk is. Theo Visser licht de kwestie toe.

In 1844 begonnen de gebroeders Sprüngli in Zurich een chocolaterie en patisserie. In 1899 werd het chocoladebedrijf Lindt in Bern overgenomen en hier ligt de oorsprong van Lindt & Sprüngli. In 1952 werd voor het eerst het gouden haasje door Lindt & Sprüngli in Duitsland verkocht en in 1994 kreeg het befaamde haasje zijn gouden wikkel.

In 1955 begon Karl Heilemann in Memmingen een bedrijf in handgemaakte bonbons. In 2016 werd het bedrijf overgenomen door nougat- en marsepeinfabrikant Viba.

Heilemann bracht in 2018 ook een chocoladehaasje in een gouden foliewikkel op de markt. Lindt protesteerde hiertegen wegens merkinbreuk. Lindt voerde aan dat het door gebruik een merkrecht had op de gouden kleur en meende dat Heilemann de verkoop van haar gouden haasje moest stoppen.

Geen ‘corporate image’

Lindt goldhaseEen deelstaatrechtbank in München stelde Lindt vorig jaar in het ongelijk. De kleur goud maakt geen deel uit van het ‘corporate image’ van Lindt, want Lindt heeft ook andere gekleurde producten in haar assortiment. Dit onderscheidt Lindt-goud van bijvoorbeeld Nivea-blauw of Milka-paars. De vermeende associatie van het publiek van de gouden kleur met ‘Lindt company’ bij chocoladehaasjes was uitsluitend gebaseerd op de buitengewoon grote bekendheid van de ‘Lindt goldhase’ en leverde geen enkel bewijs voor de geldigheid van de kleur van het gouden haasje op de markt of welke vorm van chocoladehaasjes dan ook die in goudfolie zijn gewikkeld. De rechtbank liet een gang naar het BGH open.

Lindt verloor eerder al de strijd tegen concurrent Riegelein. In 2006 en 2010 slaagde Lindt niet in haar poging om het gouden haasje als driedimensionaal gemeenschapsmerk te laten beschermen.

Nadat de aanvraag als driedimensionaal merk was geweigerd, koos Lindt nu voor een andere aanpak. Een enquête moest uitwijzen dat de goudkleurige Lindt-haas zeer bekend was. De consument zag de gouden kleur dan ook als een herkomstaanduiding voor Lindt.

Gouden merk

Het Bundesgerichtshof oordeelde dat het Zwitserse bedrijf had bewezen dat de gouden kleur van de verpakking van zijn haasje de merkstatus had verworven door reputatie, zich beroepend op een door de fabrikant gepresenteerd en door GfK uitgevoerd marktonderzoek waaruit bleek dat 70% van de ondervraagden de gouden kleur associeerde met het Lindt-product.

Volgens de rechter deed het er niet toe dat de onderneming de goudkleur niet voor alle of de meeste van haar producten gebruikte, of dat het Lindt-haasje andere onderscheidende kenmerken heeft, zoals een rode kraag met belletje. Het is met afstand de bestverkochte chocoladehaas in Duitsland, met een marktaandeel van meer dan 40% in 2017, aldus de rechtbank.

Insights liés

Blog Nova IP Hour

La Cour d’Appel de Paris complète la jurisprudence en matière d’insuffisance de description

Le 29 mai 2024, la Cour d'appel de Paris a rendu une décision concernant l'insuffisance de description en matière de brevets, et apporte des précisions cruciales sur les exigences relatives à la description pour qu’un brevet soit considéré comme valide. Lire la suite

Par Novagraaf Team,
La Cour d’Appel de Paris complète la jurisprudence en matière d’insuffisance de description
Articles

L’affaire veuve Clicquot : Les défis de l’acquisition du caractère distinctif par l’usage pour les marques de couleurs

Si les marques de couleurs peuvent constituer un puissant outil de différenciation pour les entreprises, leur enregistrement et protection juridique sont loin d'être évidents. La maison Veuve Clicquot Ponsardin, en cherchant à protéger sa célèbre couleur orange, illustre parfaitement les défis de l’acquisition du caractère distinctif par l'usage au sein de l'Union européenne.

Par Novagraaf Team,
L’affaire veuve Clicquot : Les défis de l’acquisition du caractère distinctif par l’usage pour les marques de couleurs
Articles

Le lion n’en fait-il qu’à sa tête ? Exemple de la défense d’un signe figuratif composé d’une tête de lion

Les représentations d’animaux sont fréquemment utilisées à titre de marques. Qu’en est-il cependant de la défense de tels signes figuratifs ? Ce n’est pas toujours chose facile, comme l'explique Fabienne Maucarré.

Par Fabienne Maucarré,
Le lion n’en fait-il qu’à sa tête ? Exemple de la défense d’un signe figuratif composé d’une tête de lion

Pour plus d'informations ou de conseils contactez-nous