[Blog] Het is klaar met de Limburgse vlaai buiten Limburg!

Par Willemien Schneider,

Waarom mag elke mousserende wijn niet zomaar Champagne worden genoemd en waarom is elke witte kaas niet zomaar feta? Dat komt doordat sommige producten alleen een bepaalde benaming mogen hebben, als ze aan specifieke eisen voldoen. 

Op Europees niveau bestaan er de zogenaamde Beschermde oorsprongsbenamingen (BOB), Beschermde Geografische aanduidingen (BGA) en de Gegarandeerde Traditionele Specialiteiten (GTS). Deze regels hebben als doel te garanderen dat het product uit een bepaald gebied afkomstig is of bepaalde kenmerken geniet. Hierop is de reputatie van het product gebaseerd en het gaat erom dat de consument hierop mag vertrouwen en niet op het verkeerde been wordt gezet. 

In een eerder artikel werd de aanvraag van het merk Champagnola voor brood met een Champagne smaak al eens besproken. Hiertegen werd met succes bezwaar ingediend door de CIVC (de welbekende ‘ Champagne bond”) op basis van haar BOB-registratie voor Champagne. Men mag de benaming Champagne alleen gebruiken als het product aan bepaalde voorwaarden voldoet (waaronder dat het afkomstig moet zijn uit de Champagnestreek) en dat was niet het geval. 

Er bestaan al heel wat Nederlandse beschermde benamingen zoals de Maatjes haring voor haring die volgens de traditionele Hollandse wijze gekaakt of ontkopt en gepekeld wordt. Of de Hollandse Geitenkaas voor kaas volledig gemaakt van geitenmelk afkomstig van Nederlandse geitenboeren. 

Limburg had al de beschermde benaming Limburg Maasvallei voor wijn en nu dus ook van de beschermde Limburgse Vlaai. De eisen zijn niet min. Zo moet de vlaai, wil hij omschreven mogen worden als Limburgs, uit de hand te eten zijn, een bodem van gistdeeg hebben met een diameter van minimaal 10 en maximaal 30 centimeter. En dan zijn we er nog niet: voor de vulling is er dan wel ruime keuze uit bijvoorbeeld pudding, fruit, griesmeelpap of rijst, maar let op: deze moet wel meegebakken worden met de toplaag. Het toevoegen van slagroom naderhand mag niet en de vlaai mag nooit na het bakken worden ingevroren. 

Maar het belangrijkste lijkt te zijn: de vlaai moet zijn gebakken op Limburgs grondgebied. 

Niet alleen voor bakkers net buiten het specifieke grondgebied heeft dit grote gevolgen, er zijn ook heel wat toonaangevende supermarkten en groothandels die niet meer mogen pronken met hun Limburgse vlaai en dus de naam van hun gebak moeten aanpassen. Dit is geen goed nieuws nu ze ook al moesten stoppen met het gebruik van het merk Crompouche voor hun zoete croissantjes gevuld met room en afgetopt met roze glazuur. 

En nu: wat zal de volgende aanvraag voor een beschermde benaming worden: Brabants Worstenbroodje? Een aanvraag duurt met gemak 3 jaar, dus hier kan nog veel tijd overheen gaan.  

Meer weten over merkregistratie? Spreek met uw Novagraaf consultant of neem hieronder contact met ons op. Abonneer op onze nieuwsbrief om op de hoogte te blijven van recente ontwikkelingen. 

Dit artikel is geschreven door Willemien Schneider, ze is BMM gecertificeerd merken- en modellengemachtigde en geregistreerd Europees Merken- en Modellengemachtigde en werkzaam op ons kantoor in Amsterdam.  

 

Insights liés

Blog Nova IP Hour

La Cour d’Appel de Paris complète la jurisprudence en matière d’insuffisance de description

Le 29 mai 2024, la Cour d'appel de Paris a rendu une décision concernant l'insuffisance de description en matière de brevets, et apporte des précisions cruciales sur les exigences relatives à la description pour qu’un brevet soit considéré comme valide. Lire la suite

Par Novagraaf Team,
La Cour d’Appel de Paris complète la jurisprudence en matière d’insuffisance de description
Articles

L’affaire veuve Clicquot : Les défis de l’acquisition du caractère distinctif par l’usage pour les marques de couleurs

Si les marques de couleurs peuvent constituer un puissant outil de différenciation pour les entreprises, leur enregistrement et protection juridique sont loin d'être évidents. La maison Veuve Clicquot Ponsardin, en cherchant à protéger sa célèbre couleur orange, illustre parfaitement les défis de l’acquisition du caractère distinctif par l'usage au sein de l'Union européenne.

Par Novagraaf Team,
L’affaire veuve Clicquot : Les défis de l’acquisition du caractère distinctif par l’usage pour les marques de couleurs
Articles

Le lion n’en fait-il qu’à sa tête ? Exemple de la défense d’un signe figuratif composé d’une tête de lion

Les représentations d’animaux sont fréquemment utilisées à titre de marques. Qu’en est-il cependant de la défense de tels signes figuratifs ? Ce n’est pas toujours chose facile, comme l'explique Fabienne Maucarré.

Par Fabienne Maucarré,
Le lion n’en fait-il qu’à sa tête ? Exemple de la défense d’un signe figuratif composé d’une tête de lion

Pour plus d'informations ou de conseils contactez-nous