Co-existentieovereenkomst breekt Buc-ee’s op

Een federale rechter in Nebraska (Verenigde Staten) heeft een claim wegens merkinbreuk, ingediend door supermarkt- en tankstationketen Buc-ee’s, tegen de firma Bucky’s afgewezen. Theo Visser belicht de kwestie en de eerder tussen partijen gesloten co-existentieovereenkomst.

Achtergrond

Buc-ee’s werd in 1982 opgericht. Het bedrijf heeft nu 30 supermarkten en tankstations in Texas. Buc-ee’s gebruikt ter onderscheiding van haar diensten een logo met een bever, zie hieronder:

Buc-ee's

Bucky’s bezit 50 supermarkten in de omgeving van Chicago, 32 in Omaha (Nebraska) en drie in St. Louis (Missouri). Het logo is de naam in een gestileerde vorm:

Bucky's

Rechtszaak

Buc-ee’s is een rechtszaak gestart tegen Bucky’s nadat bekend werd dat het bedrijf zes zaken in de omgeving van Houston wilde openen. Volgens Buc-ee’s is er sprake van overeenstemming tussen beide merken, die kan leiden tot verwarring bij het publiek, waardoor er sprake is van merkinbreuk. Buc-ee’s eist bij de rechter dat Bucky’s stopt met het gebruik van het merk in de nabijheid van de zaken van Buc-ee’s.

Co-existentieovereenkomst

De juridische strijd tussen beide partijen gaat echter terug tot 2006, toen beide bedrijven ook al met elkaar in de clinch lagen over de merknaam. Bucky’s diende in januari 2006 een aanvraag tot registratie in voor haar merk en Buc-ee’s deponeerde haar merk in april van hetzelfde jaar. Na een juridische strijd, aangespannen door Bucky’s, werd de kwestie in 2009 minnelijk geregeld. Bucky’s heeft de oudste rechten en ging er mee akkoord dat Buc-ee’s zijn merknaam in Texas mocht blijven gebruiken omdat de supermarktketens voldoende ver van elkaar waren gesitueerd en de logo’s in voldoende mate van elkaar afwijken, zodat de kans op verwarring gering was.

In de overeenkomst die beide partijen sloten, stond onder meer dat beide partijen geen rechtszaak tegen elkaar zouden aanspannen met betrekking tot het gebruik van de naam Bucky’s in welk geografisch gebied dan ook. En omdat de partijen het erover eens waren dat er geen verwarringsgevaar zou voortvloeien uit het afzonderlijke gebruik van hun respectieve merken, kunnen beide partijen zonder bezwaar uitbreiden naar elk geografisch gebied.

Oordeel rechter

In de door Buc-ee’s aangespannen zaak oordeelde de rechter dat de co-existentieovereenkomst tussen partijen duidelijk was. De zaak werd niet in behandeling genomen omdat de partijen waren overeengekomen dat zij niet tegen elkaar zouden procederen over merkinbreuk.

Het opstellen van (co-existentie)overeenkomsten is werk voor specialisten. Onze consultants staan u graag terzijde bij zowel het opstellen van dit soort overeenkomsten als het voeren van onderhandelingen die tot de overeenkomst moeten leiden.

Insights liés

Blog Nova IP Hour

La Cour d’Appel de Paris complète la jurisprudence en matière d’insuffisance de description

Le 29 mai 2024, la Cour d'appel de Paris a rendu une décision concernant l'insuffisance de description en matière de brevets, et apporte des précisions cruciales sur les exigences relatives à la description pour qu’un brevet soit considéré comme valide. Lire la suite

Par Novagraaf Team,
La Cour d’Appel de Paris complète la jurisprudence en matière d’insuffisance de description
Articles

L’affaire veuve Clicquot : Les défis de l’acquisition du caractère distinctif par l’usage pour les marques de couleurs

Si les marques de couleurs peuvent constituer un puissant outil de différenciation pour les entreprises, leur enregistrement et protection juridique sont loin d'être évidents. La maison Veuve Clicquot Ponsardin, en cherchant à protéger sa célèbre couleur orange, illustre parfaitement les défis de l’acquisition du caractère distinctif par l'usage au sein de l'Union européenne.

Par Novagraaf Team,
L’affaire veuve Clicquot : Les défis de l’acquisition du caractère distinctif par l’usage pour les marques de couleurs
Articles

Le lion n’en fait-il qu’à sa tête ? Exemple de la défense d’un signe figuratif composé d’une tête de lion

Les représentations d’animaux sont fréquemment utilisées à titre de marques. Qu’en est-il cependant de la défense de tels signes figuratifs ? Ce n’est pas toujours chose facile, comme l'explique Fabienne Maucarré.

Par Fabienne Maucarré,
Le lion n’en fait-il qu’à sa tête ? Exemple de la défense d’un signe figuratif composé d’une tête de lion

Pour plus d'informations ou de conseils contactez-nous